BMM Ereregels

Ereregels, laatstelijk gewijzigd door de Algemene Ledenvergadering op 28 maart 2013, overeenkomstig artikelen 11 en 19 van de Statuten.

 

1.   Alle BMM-leden zijn verplicht de Ereregels na te leven en die te doen naleven door degenen die onder hun verantwoordelijkheid handelen.

2.   De BMM-leden zullen bij de uitoefening van hun beroep steeds de belangen van hun cliënten behartigen. 

3.   De BMM-leden zullen zich bij de uitoefening van hun beroep waardig en behoorlijk gedragen. Bijvoorbeeld is het een lid niet toegestaan: 

  1. Strijdige belangen te behartigen. Het verrichten van een depot is op zichzelf niet aan te merken als het behartigen van een strijdig belang. 
  2. Te handelen in strijd met de wet, waar die een door een lid in de uitoefening van zijn beroep te respecteren norm bevat.

4.   De BMM-leden dienen hun beroep zorgvuldig en efficiënt uit te oefenen. Zij zullen zich ten aanzien van de andere leden en ten aanzien van derden bij de uitoefening van hun beroep laten leiden door welwillendheid en redelijkheid. Dit houdt onder meer het volgende in: 

  1. Een lid zal de cliënt op de hoogte stellen van de voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd. 
  2. Een lid zal de cliënt inlichten over de door hem te verrichten of verrichte handelingen en zal er voor zorgen dat de cliënt voldoende geïnformeerd is om naar behoren de nodige beslissingen te kunnen nemen. 
  3. Cliënten en derden moeten erop kunnen vertrouwen dat wanneer zij aan een lid vertrouwelijke informatie verschaffen, de vertrouwelijkheid daarvan zal worden gerespecteerd.  
  4. Facturen of ereloonnota's dienen steeds een voor de cliënt duidelijke specificatie te bevatten van wat in rekening wordt gebracht.

5.   Een cliënt kan te allen tijde beslissen om de samenwerking met een BMM-lid te beëindigen. Een lid is gehouden om zijn medewerking te  verlenen aan de overdracht van een opdracht van een BMM-lid naar een ander BMM-lid of een derde. Hierbij gelden de volgende regels: 

  1. Alvorens met de behandeling te beginnen, zal het BMM-lid bij de opdrachtgever informeren of die zijn voorganger heeft vergoed en  indien dat niet het geval is, zal het BMM-lid op onverwijlde afrekening en betaling aandringen. 
  2. Een lid zal onverwijld alle dossierstukken in lopende dossiers waarin de (registratie)procedure nog niet is afgerond op verzoek van de cliënt aan hem of aan de opvolger ter beschikking stellen zonder daarvoor kosten in rekening te brengen.  Het is niet verplicht  nterne correspondentie en nota's ter beschikking te stellen. Bovendien zal het lid onverwijld een digitaal (waar mogelijk bewerkbaar) overzicht van de bij hem in beheer zijnde intellectuele eigendomsrechten, de titularis, de eventuele depot- en inschrijvingsnummers en vervaldata, territoria, klassennummers en de waren en/of dienstenopgaven, en eventuele procedures en bewakingen ter beschikking stellen zonder daarvoor kosten in rekening te brengen. 
  3. Voor het op verzoek ter beschikkingstellen van stukken of data anders dan genoemd onder (b), waaronder met name reeds gearchiveerde dossiers, mag een lid redelijke vooraf benoemde kosten in rekening brengen.
  4. Indien een cliënt of de opvolger het lid verzoekt de onder (b) of (c) bedoelde ter beschikking gestelde stukken bij hem te (doen) bezorgen, mag het lid daarvoor de redelijke verzendkosten in rekening brengen.
  5. Nadat de samenwerking is beëindigd zal een lid alle informatie die hij met betrekking tot een reeds overgenomen dossier nog ontvangt, kosteloos en onverwijld doorzenden aan de cliënt of de opvolger.

 6.   Het is een lid toegestaan iedere vorm van publiciteit te bedrijven in overeenstemming met de wet. Hierbij gelden nog de volgende regels: 

  1. Het wordt misleidend geacht wanneer een lid suggereert dat zijn kantoor lid is van de BMM, omdat het lidmaatschap persoonlijk is. 
  2. Een lid zal slechts gebruik mogen maken van het BMM Keurmerk met inachtneming van de door de Algemene Ledenvergadering van de BMM vastgestelde richtlijnen. 
  3. Behoudens voorafgaande toestemming van de cliënt is het een lid niet toegestaan publiciteit te bedrijven over de bijzonderheden van zaken die bij hem in behandeling zijn of zijn geweest, over de persoon van zijn cliënt of over de aard en omvang van diens belangen.
  4. De publiciteit van een lid over zijn tarieven en voorwaarden dient ondubbelzinnig en duidelijk te zijn.
  5. Ieder lid zal zich onthouden van verwarringstichtende of misleidende reclame en van onrechtmatige afwerving van het cliënteel van  een ander lid, onder meer wanneer het lid een nieuwe onderneming start om zijn beroep uit te oefenen.

7.  De Raad van Toezicht treedt op zoals bepaald in artikelen 15 en 16 van de Statuten. 

De Raad van Toezicht ziet toe op de naleving van de Ereregels door ieder lid evenals door ieder onder de verantwoordelijkheid van dat lid vallende persoon voor hun respectievelijke beroepshandelingen. Ieder lid is verplicht om zich te richten naar de instructies van de  Raad van Toezicht. Tegen de uitspraak van de Raad van Toezicht staat beroep open bij het Bestuur, die uitsluitend bevoegd is te toetsen of de Raad van Toezicht in redelijkheid tot haar oordeel is kunnen komen (de zogenaamde marginale toetsing), en laat de gang naar de bevoegde rechter onverlet.

Geconsolideerde versie 28.03.2013